Onlangs werd een uitspraak van oktober 2019 gepubliceerd over de gemeente Wijdemeren die € 7.000 terugvorderde van een vrouw in de bijstand:

bit.ly/3pNDDhx


Dit zijn enkele opmerkingen, maar er waren er veel meer. Ik begrijp die kritiek ook, zeker als je de rechter ziet als iemand die in elke zaak volledig naar eigen wens een oordeel kan vellen. Dat beeld van een rechter vind ik niet heel gek. De meeste rechtszaken die de… (2/17)


…media halen, zijn strafzaken. Hoewel het openbaar ministerie de verdenking uit en het strafdossier aanlevert, is de rechter geheel vrij daaruit te halen wat hij voor zijn of haar oordeel gebruikt. Vindt de strafrechter nader onderzoek nodig, bijvoorbeeld getuigen… (3/17)


…horen of de verdachte psychisch te laten onderzoeken, dan kan hij dat doen. Maar ook bij het opleggen van de straf is de strafrechter in principe geheel vrij. (Op het taakstrafverbod na, maar daar kom ik nog op terug.) Maar zo werkt het niet in het bestuursrecht. (4/17)


De bestuursrechter moet uitspraak doen op de grondslag van het beroepschrift. Dit betekent dat als de burger een punt niet aanvoert, dat mag de rechter dat niet toetsen. Sommige punten moet de rechter wel uit zichzelf (“ambtshalve”) toetsen, bijvoorbeeld of hij bevoegd is. (5/17)


Als een burger iets aanvoert, maar juridisch komt dat niet uit de verf, dan mag de rechter de burger wel een handje helpen. Dat heet de rechtsgronden aanvullen. Verder kan de rechter in een zaak niet oordelen over punten waar de beslissing van de overheid niet over gaat. (6/17)


In het bestuursrecht geldt per soort zaak vaak ook nog specifieke wetgeving. Voor bijstandsuitkeringen is dat de Participatiewet. In die wet staat bijvoorbeeld dat je als ontvanger van een uitkering inkomsten en giften bij de gemeente moet melden. Ook staat erin wat er… (7/17)


…gebeurt als zo’n melding niet doet. Dat heet "schenden van de inlichtingenplicht". In de Participatiewet heeft de wetgever voor een haast genadeloos regime gekozen: bij een schending van de inlichtingenplicht moet de gemeente de teveel ontvangen bijstand terugvorderen. (8/17)


De wetgever heeft heel bewust voor dit systeem gekozen. Ook voor de rechter is er geen noemenswaardige ruimte om te toetsen of het wel redelijk is om (het volle bedrag) terug te vorderen. Vorige week verscheen daar dit artikel over:

bit.ly/2LizDGT


Een ander voorbeeld van dit soort wetgeving buiten het bestuursrecht is het taakstrafverbod. (Eerder deelde ik daar deze ervaring over:

bit.ly/391dJA7


Tussen wetgever, bestuur en rechter is er een machtenscheiding en een -evenwicht. (Lees hier een eerder draadje over dat onderwerp:

bit.ly/3nfcJO2


Het idee lijkt te zijn dat “onafhankelijkheid” ook betekent dat een rechter geheel vrij is om zich wel of niet aan de wet te houden. Dat is niet zo. De rechter moet volgens de wet recht te spreken en mag “de innerlijke waarde of billijkheid” van de wet niet beoordelen. (12/17)


Waar een rechter wetgeving wel aan mag toetsen zijn bepaalde verdragsbepalingen. (Ik schreef daar eerder deze draadjes over:

bit.ly/3ngybSJ

bit.ly/3pJ137C


Deze verdragen zijn geen duizenddingendoekjes waarmee de rechter alsnog in elke zaak naar eigen inzicht wetgeving aan de kant kan schuiven. Dat zou namelijk neerkomen op het toetsen van de innerlijke waarde of billijkheid van de wet, wat de rechter zoals gezegd niet mag. (14/17)


Machtenscheiding tussen wetgever, bestuur en rechter heeft veel goeds gebracht. Maar er moet ook machtsevenwicht zijn. Wetten die zo zijn geschreven dat de rechter te weinig ruimte heeft om in het individuele geval belangen te wegen, brengen dat machtsevenwicht in gevaar. (15/17)


Soms is zo’n beperking begrijpelijk. Denk bijvoorbeeld aan wapenwetgeving. Als vaststaat dat bijvoorbeeld een jager niet (meer) aan de psychische gezondheidseisen voldoet, dan mag hij geen wapen meer bezitten, hoe groot zijn persoonlijk belang daar ook bij is. (16/17)


Dat het belang van de jager het in dat geval altijd moet afleggen tegen het belang van de maatschappelijke veiligheid, kan – denk ik – op veel begrip rekenen. Maar dat is wat mij betreft een uitzondering die de regel zou moeten bevestigen: laat het wegen aan de rechter. (17/17)


Top